Jan
Slothouber & William Graatsma centrum cubische constructies 1965 - 1970 November 2, 2003 - January 4, 2004 |
![]() |
After
an architectural training Jan Slothouber (1918) and William Graatsma (1925)
worked as architects / designers from 1955 for the Dutch State Mines (DSM).
Here they designed the packing, product applications, advertisements and
exhibitions and gave the company a recognizable face. Within the information
service of DSM the two had an unique position: they could build their
own world and developed the principle of cubic constructions. The cubic
as a main point brought restriction but also clearity in the multiplicity
of possibilities according to Slothouber and Graatsma. The use of several
materials adds each time new aspects to the functioning of the cubic constructions. |
![]() |
Galerie
VIVID
brengt middels exposities vergeten pioniers van de Nederlandse, na-oorlogse
vormgeving onder de aandacht. Van 2 november 2003 t/m 4 januari 2004 is
het de beurt aan Jan Slothouber en William Graatsma. Na een bouwkundige opleiding werkten Jan Slothouber (1918) en William Graatsma (1925) vanaf 1955 voor de Nederlandse Staatsmijnen (later DSM). Hier hadden ze als taak, met de vormgeving van verpakkingen, producttoepassingen, advertenties en tentoonstellingen, het bedrijf een herkenbaar gezicht te geven. Bijna per ongeluk verzeilden Slothouber en Graatsma in de wereld van de moderne beeldende kunst. Dat had waarschijnlijk te maken met de belangstelling die destijds voor serialisme, concept en minimal art ontstond. Medewerkers van het Stedelijk Museum in Amsterdam boden het duo de tentoonstelling ‘vier kanten: maat vorm, kleur, letter’ aan, waarna zij het Centrum voor Cubische Constructies (CCC) oprichtten. Onder deze naam onderzochten Slothouber en Graatsma de wiskundige regelmaat van de kubus, toegepast in diverse constructies van verschillende materialen. CCC ontwikkelde onder meer een kubisch rooster maar ook straatmeubilair en meubilair met kubusvormen die de gebruiker op verschillende manieren aan elkaar kon groeperen. Behalve voor de strikt wiskundige en beperkende mogelijkheden van de kubus, had deze vorm voor Slothouber en Graatsma, als ‘anonieme’ ontdekkers ervan, ook een sociale betekenis. Zich verzettend tegen het persoonlijk individualisme van de Cobra-schilders verkozen zij een meer democratische kunstvorm, waarbij de kubus als universele vorm voor iedereen begrijpelijk en hanteerbaar was. ccc trok daarbij de uiterste consequentie dat zij zich ook niet om het copyright van hun ontwerpen bekommerde. Verschillende fascinerende presentaties, onder andere bij Art & Project (1968) en zelfs de Nederlandse inzending van de Biënnale in Venetië (1970) volgden. Zij waren daar te zien met hun eigen kubische constructies waaronder een gewelfd trottoir. Net als veel andere initiatieven op dit gebied eindigden de maatschappelijke doelstellingen van Slothouber en Graatsma met slechts artistiek succes. Slothouber en Graatsma verruilden het ontwerpersbestaan voor docentschappen in het kunstonderwijs en tenslotte scheidden ook hun wegen. |
|||
![]() |
![]() |
||||||
![]() |
![]() |
||||||
![]() |
![]() |
||||||
![]() |
![]() |
||||||
![]() |
![]() |
||||||
![]() |
![]() |
||||||
![]() |
![]() |
||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
photos opening > | |||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |